23 februari 2022 - Iedere 2 weken wordt het schopje doorgegeven aan een Nachtgraver die over zijn of haar favoriete carnavalsmoment vertelt. We hopen dat we de lezers hiermee toch een beetje een carnavalsgevoel kunnen geven.
Vereerd ben ik met de spreekwoordelijke pen van het Nachtgraversrijk; Hans bedankt voor het doorgeven van het Nachtgraversschopje. Zoals je zei is het de beurt aan de jeugdige Nachtgravers; de toekomst. Inmiddels ben ik 21 jaar oud, en ben ik vierdejaars Communication & Multimedia Design-student. Verder natuurlijk totaal oninteressant, dus blik ik graag terug op datgene wat wel interessant is; hoe ben ik zo'n carnavalsfanaat geworden?
Mijn liefde voor carnaval heb ik gevonden in dat wat later mijn grootste hobby zou worden: het bouwen van carnavalswagens. Vanaf kinds af aan werd ik volop verwonderd door de massieve kastelen op wielen die door de Langelse (en Herpse) straten trokken. Die fascinatie voor carnavalswagens nam ik graag mee naar huis; uren heb ik samen met mijn broertje mijzelf vermaakt met het namaken van die mooie wagens van grootmachten als Ge Kunt Me Wa, PLOG en de Schaafloepers in Lego Duplo. Meterslange optochten trokken door de woonkamer met achteraf zelfs een heuse prijsuitreiking. Daarnaast kon ik geen genoeg krijgen van het bekijken van de foto's op de websites van Ge Kunt Me Wa en de Schaafloepers, wat waren ze toch aan het bouwen dit jaar? Het carnavalsvirus werd nog besmettelijker toen ik via mijn zus steeds vaker een écht kijkje in de keuken kon krijgen bij clubs als Kei Gaaf (Maf Mar Moi), Kei Vet (Nie Mauwe Mar Bouwe) en Van Alles Un Bietje. Dartelend droomde ik ervan om zulke wagens ooit zelf met mijn vrienden te kunnen bouwen. 
In 2008 ben ik dan daadwerkelijk bij een carnavalsgroep gegaan: C.V. 't Kumt Goed bestond al een jaar maar breidde uit met de toenmalige groep 4. We bouwden over Happy Feet en liepen de optochten van Herpen en Overlangel. Mijn vader werd steeds vaker gevraagd om mee te helpen met bouwen en zo is mijn carnavalshart nog harder gaan bonzen. Sinds dat jaar is mijn oom ook elke optocht gaan filmen; hierdoor kon ik dan later de gehele optocht terugkijken die ik niet had kunnen zien door het meelopen ervan. Door het grijsdraaien van die dvd's staat haast elke carnavalswagen die de afgelopen jaren in het Nachtgraversrijk heeft gereden in mijn geheugen gekrast; overigens zo bekrast dat alle dvd's kapot zijn gespeeld. 
Het drietal jaren 2009-2011 verliepen met een aantal leuke wagentjes gebouwd bij de familie Lam aan de Hamelspoelweg. In 2012, het jaar waarin we geen bouwschuur konden vinden, werd ik jeugdprins. Samen met prins Sjaak, jeugdprinses Robin en pages Lobke en Guusje hebben we er een onvergetelijke carnaval van gemaakt, met als hoogtepunt bovenop de Prinsenwagen in de optocht. Daarnaast werden Kars, Ronald en ik in dit jaar ook gevraagd om bij Maf Mar Moi af en toe een aantal avondjes te helpen. Hier hebben wij geleerd hoe we konden lassen, gazen en (mooi) verven. Het resultaat van hun wagen (Kannibalen) was mega fraai; voor mij één van de mooiste die er tot op heden gebouwd is.
In 2014 zijn wij verhuisd naar onze huidige bouwschuur aan de Nieuw Erfsestraat in Ravenstein; sinds dat jaar zijn onze ambities en bouwstijl flink verbeterd. We leerden van onze bouwbuur Nie Mauwe Mar Bouwe hoe we konden vormen en leerden veel van hun stijl van schilderen; uiteindelijk hebben we dit ‘leentjebuur' kunnen evolueren naar een eigen stijltje. Ook ben ik sinds toen wat meer de touwtjes in handen gaan nemen; ik bedacht het idee, maakte de tekening en om in Olympische termen te spreken werd ik een soort Chef d'Mission. Ook werd onze carnavalsgroep sinds toen steeds hechter en hechter; want wat is er nu leuker dan elk weekend je vrienden te zien en met een goudgele versnapering (toen nog appelsap) te werken aan een wagen? Helemaal niks natuurlijk ;). 
Het allergrootste hoogtepunt was het laatste carnavalsjaar, hierin bouwden we een ode aan blaaskapel 't KON. Al 25 jaar waren zij op de been om Overlangel en omstreken van een muzikaal boeket met illustere klanken te voorzien; dat verdiende een grootse ode in de vorm van een metershoge carnavalswagen. Voor het eerst maakten we eigen liedjes die onze show en wagen muzikaal bekrachtigde, het liedje ‘Schuiftrompet' met Pap en Pudding galmde met haar karakteristieke ritmiek door de straten van Deursen, Herpen en Langel. Ook is in dat jaar ‘onze' hitsingle Trompetje geboren; samen met Tim van Poppelen - en zijn magische stem - maakte we een heuse vunzige billentriller voor in de feesttent; tegenwoordig nog meermaals te beluisteren op Spotify. Ook onze andere hit, ingezongen door Sjouke Meerdink, ‘Pieter de Trompetter' is nog dagelijks te horen, alhoewel alleen via Pieter's ringtone op zijn telefoon. 
Ik mis de illustere avondjes in de schuur, de stress, de verwondering, de lol en het toeleven naar het einde. De walmende vernisdampen in de schuur, de geur van een vers getankte aggregaat, het magische moment waarop je de speakers voor het eerst aanzet, de waardering van het publiek, de spannende prijsuitreikingen en het grandioze feest in de (diverse) feesttent(en). Weten we nog wel hoe we moeten carnavallen? Ongetwijfeld wordt het dit jaar weer een groot feest, maar toch is het anders. Hoe is carnaval zonder vroeg uit je bed te moeten om op te bouwen? Is carnaval wel carnaval zonder een carnavalswagen? Tja, allemaal vragen zonder een direct antwoord, we gaan het allemaal meemaken.